Kerk Poppenwier
Agenda Kerk
Elke maandag avond is de kerk open voor bezichtiging en de permanente tentoonstelling Handgemaakte grafkisten.
Voormalige NH Kerk Te Poppenwier
De Stichting
De stichting ta behald fan de Tjerke fan Poppenwier bestaat uit 7 personen. De stichting is ingeschreven bij de KvK onder nummer41001969 Zoals de naam al suggereert is de stichting continu bezig de kerk voor het dorp te behouden.
Dat dit geen geringe klus zal duidelijk zijn klein onderhoud gebeurd vaak door de leden zelf.Grote klussen moeten worden uitgevoerd door specialistisch bedrijven.
Daar heeft de stichting donateurs en organisaties die een jaarlijkse bijdrage leveren. Een van die organisaties is het Albada Leen. Tevens draagt de Diaconie Raerd jaarlijks bij in de kosten.De stichting vergadert tenminste twee maal per jaar.
Bestuur van de Stichting
W de Jong (Voorzitter) S. Bonekamp (penningmeester) vacature (Secretaris) R. Runia (lid) G. Hofman (lid) H. Bosscha (lid) R. Runia (lid)
Geschiedenis
In Poppenwier staan twee kerken: de mooie karakteristieke voormalige Hervormde Kerk, gebouwd in 1860 (op de plaats van de vroegere Rooms Katholieke "Heilige Nicolaaskerk".
De kerk kent een lange geschiedenis op de plek waar de kerk nu staat stond in het verleden een Rooms Katholieke kerk "Heilige Nicolaaskerk" die door brand is verwoest.
De huidige kerk is sinds de restauratie in 1986 in gebruik als aula. De kerk bezit een uniek "Hugenoten uurwerk" uit 1578 en ook een mooie preekstoel uit 1700. Het gebouw bestaat inmiddels meer dan 150 jaar.
De Herv. kerk (Binnenbuorren 12) is een driezijdig gesloten zaalkerk voorzien van een houten geveltoren met ingesnoerde spits. De kerk werd in 1860 gebouwd ter vervanging van een middeleeuwse voorganger. In de toren bevonden zich vroeger een uurwerk uit 1578 en twee luidklokken, waarvan één gegoten was door Petrus Overney (1700).
Thans bevind zich in de toren nog het uurwerk uit 1578 met nog 1 luidklok.
In de kerk ligt een door Benedictus Gerbrandtsz. rijk gebeeldhouwde grafzerk (1543).
De tweede kerk is de Doopsgezinde Schuilkerk, een onopvallende Vermaning zonder toren. Deze is thans in gebruik als museum
De Katholieke kerk
Van de Katholieke kerk is helaas weinig bekend
Oorspronkelijk stond op dezelfde plaats een Katholieke Kerk, de Heilige Nicolaaskerk. Van deze kerk is ons helaas weinig bekent
Later werd het een Nederlands-Hervormde kerk en had eerst een zadeldaktoren maar in 1860 is de kerk herbouwd. De kerk werd een paar graden naar het Noordwesten gedraaid en de toren kreeg een spits.
In de kerk is nog een ’Hugenoten‘ uurwerk aanwezig uit 1578.
De kansel is gedateerd uit 1700. Er ligt ook een grafsteen van de Albada’s.
Op aanvraag is de kerk te bezichtigen.
de Hervormde Kerk
In 1857 beschreef de schoolmeester van Poppenwier de erbarmelijke toestand van de oude kerk, die in de middeleeuwen was gewijd aan de H. Nicolaas. In 1860 werd het bedehuis op afbraak verkocht en vervangen door de huidige kerk.
Het gebouw werd ontworpen door de timmermanszoon Rommert Bleeksma uit Raerd. De vormgeving is zeer traditioneel, maar voor de oriëntatie van de kerk is aansluiting gezocht bij het nederzettingspatroon.
Sinds 1978 wordt er niet meer gepreekt in de kerk. In 1983 werd de Stichting ta behaId fan de tsjerke fan Poppenwier opgericht. Die nam de kerk voor een symbolisch bedrag over. Gesteund door regelingen en subsidies werd de kerk in drie jaar volledig gerestaureerd en als aula ingericht (1986).
Exterieur
Omgeven door een kerkhof staat de kerk prominent op de terp. Het gebouw is traditioneel vormgegeven:
een eenbeukige kerk met een driezijdig gesloten koor, opgetrokken uit bruine baksteen en door lisenen verdeeld in drie traveeén, elk voorzien van een gietijzeren rondboograam. Op het dak liggen zwart geglazuurde Hollandse pannen. Het risaliserende bakstenen torenlichaam wordt boven de gootlijst voortgezet door een houten klokkenzolder en is bekroond met een achtkantige, ingesnoerde spits gedekt met leisteen.
Op de spits staat een torenkruis met weerhaan en op de stijl boven de koorsluiting een gesmeed kruis met een windvaan. In de torenmuur is een grote gedenksteen gemetseld met een opschrift ter herinnering aan de eerstesteenlegging en een wensdicht van de opzichter.
Boven de ingang is nog eenklein steentje ingemetseld met de tekst:
"Bewaart Uwen voet, als gij ten Huize Gods ingaat. Pred. 4 vrs. 17a."
Interieur
Voor het doelmatig gebruik als aula moest de inrichting van het gebouw worden gewijzigd om ruimte te maken voor een toiletgroep, een keukentje en een opbaarkamer. Bij de herbestemming is de kleurstelling van het interieur gewijzigd in grijs en roze. Dit geeft de ruimte een zekere distinctie en ijlheid. De kerkzaal wordt gedekt door een houten tongewelf. De ijlheid van het schip wordt versterkt door de dunne trekstangen, die rusten op consoles met bladversiering. Op de vloer liggen blauwe Namense tegels. In het koor ligt een grafzerk, die in 1558 is gebeeldhouwd door Benedictus Gerbrantsz. De grafsteen is bij de
laatste restauratie verplaatst, waarbij de oorspronkelijke oriëntatie is gehandhaafd. Het randschrift bevat de tekst:
IN T IAER ONS HEEREN MVcXLIII DEN X DECEMBRIS STERF LIEVVE HETTE ZN ALBAEDA K.M.
GRIETMAN VAN RAERDERHEM // Ao XVXLIII DEN EERSTEN IAVARIJ STERF FROUCK ROERDA SYN WYF.
De alliantiewapens van de echtelieden Worden opgehouden door twee engeltjes. In een cartouche
daaronder is een latijns grafschrift aangebracht:
"Hic leo mortal! vitaque et lumine cassus Omnibus et tandem curls Albada solutus cum Chara a
Roerda Vrouca sibi coniuge dormit."
In drie van de vier hoeken van de Zerk zijn de kwartierwapens nog aanwezig. Volgens overlevering is de kansel afkomstig uit de Ned. Herv. kerk uit Jirnsum. De preekstoel zou per praam overgebracht zijn. De zeskantige, hangende kuip heeft op de hoekstijlen gesneden goudkleurige vruchttrossen.
De kanseltrap is voorzien van gedraaide spijlen. De bronzen doopbekkenhouder aan de kansel is vermoedelijk een omgebouwde zandloperhouder; de arm is in een ijzeren knuistje gestoken. Zandlopers gaven de maximale preektijd aan. Het uurwerk in de toren (het zgn. huguenoten-uurwerk) dateert uit 1578 en is een van de oudste van Fries|and. Het is voor 96 carol guldens vervaardigd door mr. Jan, uurwerkmaker te Sneek.
De wijzerplaat had oorspronkelijk maar een (uur)wijzer. Voor het aanbrengen van een minutenwijzer is het mechanisme aangepast, en wordt nu elektrisch bediend maar het kan ook nog steeds met de hand worden bediend.
De beide luidklokken, in 1700 gegoten door Petrus Overney te Leeuwarden zijn in de tweede wereld oorlog weggehaald door de bezetter. De tegenwoordige klok is volgens het randschrift " gegoten door Jacobus van Bergen te Midwolda 1949"
Op zijkant staat het volgende rijmpje:
"De tiid dy giet, bestel dyn lot, yn it hell by God".
DJOKE PRUIM
DOLF van WEEZEL ERRENS
Oprichting stichting en restauratie vanaf 1983
Nadat de stichting op 14 januari 1983 is opgericht heeft de stichting direct het kerkgebouw gekocht van de Nederlands Hervormde gemeente voor het symbolische bedrag van 1 gulden.
Op 14 januari 1983 werd ‘s avonds om 19.30 uur deze gulden in ontvangst genomen door mevrouw T. Nijman. Notaris Anne de Boer van Notariskantoor Vellinga te Akkrum maakte de acte op.
De bestuursleden bij oprichting waren:
W. Odinga voorzitter als lid van de N.H kerk
E. Kiestra penningmeester als lid dorpsbelang
T. Boschma secretaris als lid van de N.H kerk
W de Jong als lid dorpsbelang
H. Boscha als lid doopsgezinde gemeente
E. Andringa als lid begrafenisvereniging
M. Hoebe als lid dorpsbelang
Uiteraard is voor de oprichting van de stichting onderzoek gedaan wat de kansen waren om in aanmerking te komen voor subsidie en wat de mogelijkheden waren voor exploitatie. Het zoeken en vinden van een bestemming voor de kerk was niet eenvoudig.
Op 3 januari 1984 werd een hoorzitting gehouden in Café de Herberch.
Aanwezig daarbij het stichting bestuur en de inmiddels aangetrokken architect de Haan met nog 14 Poppenwiersters. Het bestuur stelde toen voor om er een aula van te maken.
Suggesties van aanwezigen waren:
Expositieruimte voor wisselende exposities
Atelier voor een kunstenaar
Concerten en Museum of andere uitvoeringen.
Nadat alle voor en nadelen van elke bestemming op een rij waren gezet en het kosten baten plaatje duidelijk was koos het bestuur op 16 januari 1984 voor een bestemming als aula.
Duidelijk was geworden dat er als de omstandigheden het toelieten de kerk ook voor andere doeleinden voor bijvoorbeeld het kerstfeest of concerten gebruikt zou kunnen worden. Op 24 oktober 1983 begonnen 8 bouwvakkers met de restauratie van de buitenkant van de kerk.
Deze bouwvakkers werkten met behoud van uitkering. Als extra kregen zij reis en kleding vergoeding. Het stichtingsbestuur moest f 5214,00 gulden opbrengen als zijnde 10% van de begrootte kosten.
Op 10 oktober 1984 begon een nieuwe ploeg van 6 bouwvakkers weer aan de buitenkant van de kerk. We kregen geldgebrek. Er is dan al f 62.000,00 gulden opgegaan en nog is de buitenkant niet klaar.
Op 14 januari 1985 kregen we f 40.000,00 gulden van de gemeente op voorwaarde dat de provincie hetzelfde bedrag zou geven.
Op 6 januari zag ons financieel plaatje er als volgt uit f 113.407,00 nodig voor de binnenkant excl. schilderwerk. Er was nog f 11.000,00 nodig voor de buitenkant.
Als dan alle subsidies binnen zijn is er nog een tekort van f 30.000.00 gulden.
Het werkt moet dan regulier worden afgemaakt door Bouw 75 omdat het vrijwilligers project is stilgelegd.
De stichting gaat pandbrieven verkopen en met succes!
Er werd voor f 26.300,00 aan pandbrieven verkocht.
De Rabobank was genegen om een renteloos voorschot van f 5000,00 te geven.
Het dorpsbelang kwam met f 1000,00 gulden over de brug en de begrafenisvereniging leende
f 1000,00 gulden renteloos.
We waren uit de brand en het werk kon afgemaakt worden.
Op 20 december opende mevr. Hoekstra de echtgenote van de voormalige kerkvoogd Reinder Hoekstra de aula.
Omdat de uren die door vrijwillige arbeid zijn verricht en de kostprijs van de vrijwillige werklieden niet de marktconforme prijzen waren zijn de totale kosten geschat op f 300.000 gulden.
Het hele project werd afgesloten met een knalfeest in Café de Herberch met een optreden van de Wiko’s. De afgelopen jaren hebben veel activiteiten plaatsgevonden naast het gebruik als aula heeft de kerk ook als dorpshuis dienst gedaan toen op 1 april 1994 ons Café dicht ging. Dat tijdperk is nu allang voorbij met de komst van een echt dorpshuis/Café. In de jaren tot 2012 heeft veel alledaags onderhoud plaatsgevonden. Zo is de houten toren 3 maal geverfd en is er een automatisch wind en slagwerk aangebracht. Dit is gedaan om het historisch uurwerk te ontlasten. Bij blijvend gebruik zou het uurwerk zodanig gaan slijten dat we tot restoratie moesten overgaan. Dit zou volgens ons inziens de historische waarde verminderen. Het nu is zo gemaakt dat vrij snel het oude uurwerk weer kan worden aangesloten. Dit kan het geval kunnen zijn bij bijzondere gebeurtenissen waarbij men het uurwerk echt wil zien draaien.
De restauratie van de kerk in Poppenwier 2012
Dat een oud kerkgebouw altijd weer behoefte heeft aan een opknapbeurt kunt u lezen, uit de historische wandelingen door Friesland van J. Hepkema 1894-1917
Hij schrijft dan: De kerk is een net gebouw, versiert met een scherp torentje, gedekt met lei en rustend op een houten vierkant. Een gedenksteen vermeldt het volgende:
Den 5 Juni 1860 is aan dit gebouw de eersten
steen gelegd door den WelEern). Heer L. Lolcama
Predikant in deze Gemeente toen kerkvoogden
waren Jelle Bakker, Gerit K. Boersma en Klaas en E. de Groot.
Bewaar o Heer ! den voet der kerk
Bevestig hare muren
Opdat ook weer dit nieuwe werk
Veel eeuwen moog verduren.
Zend bovenal getrouwe Heer
Uw zegen in haar midden neer.
De opzr.
Op een steentje boven de kerkedeur lazen we nog :
Bewaart uwen voet als gij ten Huize Gods ingaat
Pred. 4 vrs. 17a.
In 1857 werd geschreven : ,t Kerkgebouw is oud en bouwvallig, inzonder de daarmee
verbonden stompe, dikke Loren. Treurig is het aanzien. Uit de muren zijn brokken weg-
gevallen en vele andere steenen verbrokkeld. De bovenzoomen van den toren zijn geheel
afgebrokkeld en van de zes zoogenaamde schoorsteentjes op de hoeken staan er maar
drie meer. Van binnen is t aanzien dragelijk. 't Houten gewelf, vroeger wit, dreigt hier en
daar in te storten volgens deskundigen.”
Er was dus groote behoefte aan t nieuwe gebouw, dat drie jaren later is verrezen, in
ietwat afwijkenden stand, volgens den doodgraver van tachtig, die zei : Koer en toer steane
net mear east en west, beide binne ze hwet draeid,om 't it better ut kaem.
In en buiten de kerk is alles netjes en in orde. In 't hek een huisorgel, voor een grooter
orgel; blauwe estrikken vloer, witte muren, stork geel geverfd houtwerk en een predikstoel
met eenig snijwerk. Een oude zerk groot 2,61 bij 1,54, niet meer zichtbaar bevat dit
randscbrift in groote letters : In 't jaar ons Heeren 1543 de 10de Dec. sterf Leeuve Hettes Albada K. M. Grietmdá vá Rauwerderhem. In een tweede rand staat : Anno 1587 de 17 febr. sterf de Erentf. Hette A Ibada C. M. grietmá Vá Rauwerderhem V. S. G.S.
In 't middenvak twee wapenschilden met leliën en rozen, gedragen door twee engelen-
beelden en versierd met lofwerk. Daaronder : Hie…. mortali vita et lumine cassus Omnibus et tandum curis Albada solutus Cum Chara a Roerda Vrouca sibi coniuge dormit.
Beiden woonden op Douma-stins ,' ’t waren vader en zoon, de laatste zeer Spaanschgezind,
werd afgezet en gebannen. Hij stierf in ballingschap te Steenwijk, oud 71 jaren en werd
eerst in de kerk aldaar begraven, doch onder hand weer opgegraven en in 't voorouderlijk
graf te Poppingawier bijgezet.
Jan Harmena, een boer alhier, is volgens ooggetuigen dagen lang aan 't kloppen en bikken geweest, om de diepgebeitelde wapens en sieraden van den kelderzerk onkenbaar te maken, ter wille van de gelijkheid die in 1795 gepredikt werd.
Tegen 't doophek lag nog grauwe zandsteen met vijf eenvoudige kruisen, één op elken hoek en een in 't midden, die vrijzeker het graf dekt van een geestelijke voor de hervorming.
Tot zover een klein fragment wat laat zien dat onderhoud van kerkgebouwen altijd een grote zorg is geweest en nu nog steeds grote investeringen vraag om dorpsgezichten die wij normaal en mooi vinden te behouden.
In 2011 of eigenlijk al eerder kon je zien dat de toren aan een verfbeurt toe was. Bij nader onderzoek constateerden we dat er eigenlijk wel meer moest gebeuren ook de zuidwest gevel moest nodig worden gevoegd om doorslag van de muur te voorkomen. Ook het rapport van de monumentenwacht wees dit uit. Dat rapport stelde ook dat er klimhaken op de toren zouden moeten komen omdat men anders geen inspecties kon en ook geen kleine reparaties meer kon doen.
Dat allemaal noodzaakte het bestuur om opnieuw te bekijken om deze nogal grote werken gefinancierd te krijgen.
Het stichtingsbestuur besloot op advies van de monumentenwacht de Stichting behoud kerkelijke gebouwen in Friesland opdracht te geven voor maken van een z.g. PIP plan (Periodiek instandhoudingsplan).
Dit was om te proberen op in aanmerking te komen voor Rijkssubsidie voor monumenten. Want de toren is een monument vanwege het uurwerk wat stamt uit 1578 en een van de oudste kerk uurwerken van Friesland is. Uiteraard kost zo’n plan geld en het is niet zeker dat je dan ook de subsidie binnenhaalt.
We hebben de opdracht gegeven en rapport wat daaruit voortkwam vermelde dat de totale restauratie op € 61.465 euro begroot is.
Een groot voordeel is dat Stichting behoud kerkelijke gebouwen in Friesland niet alleen het rapport maakt maar de subsidie aanvraag en de begeleiding van de restauratie doet.
De aanvraag werd verstuurd en de loting pakte gunstig uit. Op 27 juni kregen we bericht dat een subsidie kregen van € 39.952,00 euro. Dat was uiteraard nog geen 61 duizend euro en wederom moest het bestuur aan de slag om het resterende bedrag bij elkaar te vergaren. Veel fondsen werden met behulp van mooie informatie folders (folder 1)(folder 2) aangeschreven. Deze fondsen regeerden bijzonder positief en dat gaf goede moed om door te gaan. De stichting had zelf nog een potje voor onderhoud en met de toegezegde subsidies zouden we een heel eind komen. Wederom was er een economische crisis uitgebroken wat ons ditmaal geen werkeloze bouwvakkers leverde maar wel gunstige prijzen die de aannemers indienden. Even leek het erop dat we geld zouden overhouden. Helaas ging dat feest niet door. De aannemer ontdekte toen zij aan slag zouden gaan dat er veel meer werk zou zijn dan in rapport stond beschreven. Er waren veel balken en ankers stuk zodat het torentje los stond en bij een fikse storm waarschijnlijk om was omgevallen. Ook was 90% van de leien op spits stuk met verrot onderliggen hout. Tegenslag op tegenslag. Uiteindelijk kwam het er op neer dat we toch op die zestigduizend euro uitkwamen.
Het project was gered door de crisis en dat kan niet iedereen zeggen.
Uurwerk en Grafsteen
De beide luidklokken, in 1700 gegoten door Petrus Overney te Leeuwarden zijn in de tweede wereld oorlog weggehaald door de bezetter. De tegenwoordige klok is volgens het randschrift " gegoten door Jacobus van Bergen te Midwolda 1949" In de kerk ligt een door Benedictus Gerbrandtsz. rijk gebeeldhouwde grafzerk (1543).
Deze zerk is weer aan het licht gekomen bij de restauratie in 1984 en is toen verplaatst vlak voor de preekstoel. De zerk ligt in de oorspronkelijke stand die de oude kerk zou hebben gehad.
In de notulen van dorpsbelang 1947-1949 staat hoe na de oorlog de nieuwe klok in de kerk is gekomen